(1e couplet)
Op de allereerste dag
de datum waarop onze club
het licht des levens zag.
We hebben reeds veel meegemaakt
veel vreugd, maar ook veel leed
Maar als de club in nood verkeert
dan staan wij steeds gereed
Wij strijden voor het ideaal
dat kampioenschap heet
en zijn daarin bij dan
in de kleuren rood, wit, zwart gekleed
(refrein)
Wij zijn de jongens van Alcmaria
dat is Alkmaars fijnste club
Fair strijden we op 't groene veld
want daar vinden we ons geluk
Vrienden zijn we allen van elkaar
daarvoor komen wij uit Alkmaar
Wij zijn de jongens van Alcmaria
dat is Alkmaars fijnste club
(2e couplet)
Wij strijden op 't voetbalveld
als ridders sterk door moed
Gespannen de spieren, fris het hoofd
in wilde vaart het bloed
Van Alkmaars jonge voetbalvolk
zijn wij de club vol pit
Wij strijden onversaagd en trouw
voor ons geliefd rood-wit
en keert het lot zich tegen ons
het vaandel blijft toch hoog
Wij stormen op de netten af
met geestdrift in het oog
(refrein)
Wij zijn de jongens van Alcmaria
dat is Alkmaars fijnste club
Fair strijden we op 't groene veld
want daar vinden we ons geluk
Vrienden zijn we allen van elkaar
daarvoor komen wij uit Alkmaar
Wij zijn de jongens van Alcmaria
dat is Alkmaars fijnste club
(3e couplet)
De eerste klas, dat blijkt voor ons
een onbereikbaar iets
De goede geest blijft bestaan
en dat zegt meer dan niets
We vieren dit jubileum feest
het honderdjarig bestaan
We gaan er het hele jaar heerlijk tegenaan
we hebben naam van heel sportief
en wensen dat te zijn
Verliezen wij een wedstrijd meer
dan doet dat ons geen pijn
We blijven trouw aan onze club
de oudste uit de stad
maar jong van hart en jong van geest
en daarom iets apart
(refrein)
Wij zijn de jongens van Alcmaria
dat is Alkmaars fijnste club
Fair strijden we op 't groene veld
want daar vinden we ons geluk
Vrienden zijn we allen van elkaar
daarvoor komen wij uit Alkmaar
Wij zijn de jongens van Alcmaria
dat is Alkmaars fijnste club